(90-95) The New Musics of the World, Part 1

Wanneer Kees’ muzikale carrière en diens plek in de geschiedenis moet worden besproken kun je er vanuit gaan dat er veel gezegd moet worden. We naderen zo langzamerhand het einde van de jaren 80/90 en die kenmerkt zich door een aaneenschakeling van interessante veranderingen op het gebied van muziek. Daar komt meer bij kijken dan je op het eerste gezicht denkt. De geschiedenis van de muziek is hevig verbonden met de technologische, politieke en economische ontwikkelingen die ermee samenliepen. Punk, gabber, techno en hiphop: vier genres die op veel manieren sterk uit elkaar liggen, maar met elkaar delen waar Kees toch altijd affiniteit mee had; wat zelfs een essentieel onderdeel van zijn kunst was: energie, lawaai, agressie. Ook Lars ziet zichzelf onbewust altijd aangetrokken tot muziek met deze kenmerken. Beide hebben echter de muziek en haar plek in de maatschappij geheel en al anders ervaren. Ook al is Lars misschien soms toch een beetje een ouwe lul als het gaat over het beoordelen van zijn generatie. Lees verder voor een confrontatie tussen jong en oud en de manier waarop hun geschiedenis (of gebrek daaraan) vormgeeft aan hun meningen over muziek.

Kees: Al met al was onze ervaring erg dubbel. We waren gefascineerd door de mogelijkheden die de technologie ons bood, maar we waren ook bang. We wisten toen natuurlijk nog niet dat het internet niet veel later zou losbarsten en dat al die kleine bandjes en casettes met antwoordapparaten binnen 10 jaar tot digitale sample machines zouden worden omgetoverd. We waren in die tijd een soort techno-onderzoekers avant-la-lettre, hongerig naar alle nieuwe mogelijkheden die zich voordeden. Tegelijk zagen we ook wel in dat dit alles grote consequenties zou hebben. Dit was een tijd van ontzettend veel verandering, dicht opeengepakt en sneller ontsluitend dan we bij konden houden. Kees: Misschien is het leuk om hier te beginnen omdat hier zulk mooi beeldmateriaal van is [Kees wijst op meerdere fanzines en foto’s van bands in dreigend tooisel, met maskers en verhullende kleding]. Wij organiseerden in de Innocent in Hengelo internationale Underground Hardcore bandavonden. De Innocent was een jongerencentrum waar lokale liefhebbers en activisten samenkwamen. Dit was tijdens de hoogtijdagen van het kraken en dat was maar één van de activiteiten op een volle agenda van actievoering. Zo gingen we ieder jaar op 1 Mei met een enclave van bussen naar Berlijn om te betogen tegen het kapitalisme. Tijdens de bandavonden toverden we de Innocent om tot een klein underground podium. Hier was ook een maandelijkse fanzine aan gekoppeld, genaamd Kreis Hengelo. Hierin rapporteerden we over alle nieuwe muziek die uitkwam: death metal, grindcore, punk en de black metal uit Noorwegen die gepaard ging met het in de brand steken van kerken. We lieten nieuwe releases van Napalm Death, Carcass en Terrorizer de revue passeren.

De bandavonden werden ontzettend goed bezocht. Iedere keer kwamen er weer andere, politiek geëngageerde bandjes: Discords, Störfall Mensch, Everybody Dead, Doom. Er werd veel gemoshpit en geschreeuwd, maar ook veel besproken. Over de tijd van toen en ‘waar we met zijn allen nou wel niet mee bezig waren’, want voor een beleden kunstenaar van die tijd, omringd door een groot netwerk van mensen die ook veel om zich heen keken, leek die vraag onvermijdelijk. Punk is in de kern politieke muziek met een sentiment dat eigenlijk internationaal terug te vinden is. Al deze bands werden bij elkaar gebracht door de woede en ontzetting die zij deelden over de internationale ontwikkelingen. Dus het netwerk dat wij opbouwden rondom Innocent en Kreis Hengelo bestond uit bands uit Australië, Amerika en zelfs een band uit Brazilië als ik het me goed herinner. Leuk weetje: het pand naast de Innocent hebben wij toen die tijd gekraakt en dat werd de eerste Planetart nachtclub, getiteld Deaf Club Pussy Heaven.

Beide stromingen bezaten elk hun eigen overtuigende sound die je raakte en aangreep. De punk en de gitaarmuziek met hun elektrische gitaren hadden een fuzz en een rauwheid waar vreselijk veel energie van af komt. Als Jimi Hendrix of Kurt Cobain op zijn gitaar los gaat krijg je meteen kippenvel.

In de jaren 80 waren punk en gitaarmuziek dé mainstream genres voor de jeugd. Nu is natuurlijk dit genre overweldigd, om het maar zo te zeggen, door de techno en computermuziek in het algemeen. Ik ben meegevaren op die overweldigende stroom omdat ik zo interessant vond hoe de elektronische muziek de jeugd op een nieuw manier kon meevoeren en samenbrengen. Beide stromingen bezaten elk hun eigen overtuigende sound die je raakte en aangreep. De punk en de gitaarmuziek met hun elektrische gitaren hadden een fuzz en een rauwheid waar vreselijk veel energie van af komt. Als Jimi Hendrix of Kurt Cobain op zijn gitaar los gaat krijg je meteen kippenvel. Hun sound was hard en kwam tot in je botten. Het lijkt mij alsof de vroege Rolands - de 303 en 909 - daar een voorbeeld aan hebben genomen en op zich is dat nog niet zo’n gek idee aangezien ze bedoeld waren als ondersteuning voor bands op het podium. De Roland TB-303, die uitkwam in 1982 werd door de producent zelf beschouwd als een volledige mislukking. Echter, uiteindelijk was het de 303 die de revolutionaire acid-bass sound produceerde waaruit een geheel nieuw genre voortkwam. De groove en rauwe power van de elektrische gitaar en deze nieuwe synthesizer met zijn wowowowows zijn daarin vergelijkbaar. Door de hoge frequentie en de dissonantie die wordt gecreëerd krijg je een schurend geluid dat toch aangenaam is. Zulke intensiteit grijpt je bij de lurven en je wil losgaan op de dansvloer of voor het podium. Voor de echte doorzetting van de elektronische genres was de 909 ook essentieel. De Roland TR-909 was een drumcomputer die net als zijn partner - want de 303 en de 909 waren altijd samen op de tafel van een acid producer te vinden - definiërend werd voor de ontwikkeling van de nieuwe genres house, techno en acid. Die overigens allemaal zo ongeveer begonnen in Chicago en Detroit.

Door Poster of one the many nights at Innocent Hengelo.

...deze performances waren eigenlijk één grote allegorie voor wat ik toen zag dat er aan het gebeuren was: de grenzen tussen de mens en de technologie werden steeds kleiner. Als mijn publiek dus naar mij keek als voorman, wilde ik dat ze een robot of een cyborg zagen; dat ze niet meer wisten waar ik als mens eindigde en waar de technologie begon.

Deze muziek en gehele cultuur bevonden zich altijd dichtbij mijn kunstpraktijk door de ontzettende invloed die ze hadden. Ik heb in mijn tijd vele Roland’s versleten of gesloopt op het podium. Het verschil was natuurlijk dat ik er als kunstenaar een hele performance van maakte. Zo stond ik meerdere malen achter de mic volledig gehuld in body art om me als robot beter thuis te voelen naast alle kasten en kabels waar ik me tussen bevond. Geen performance van ons was compleet zonder de inclusie van projectoren of videobeelden. Of het bewust of onbewust was weet ik niet meer, maar deze performances waren eigenlijk één grote allegorie voor wat ik toen zag dat er aan het gebeuren was: de grenzen tussen de mens en de technologie werden steeds kleiner. Als mijn publiek dus naar mij keek als voorman, wilde ik dat ze een robot of een cyborg zagen; dat ze niet meer wisten waar ik als mens eindigde en waar de technologie begon. Ditzelfde natuurlijk voor de barrage aan media waarmee ik mijn publiek bombardeerde. De grenzen tussen wat echt was en wat nep begonnen in die tijd al verder te vervagen. Op dat podium concentreerden mijn band en ik deze nieuwe kenmerken van de veranderende samenleving. Voor mij waren de nieuwe muziek en deze nieuwe manier van optreden één en hetzelfde, beide gevormd door een technologische onderbouw die niet meer weg te denken was.

Kees being his handsome, none-cyborg self.

Dat was nog maar deel één van deze diepe duik in de geschiedenis van de muziek. De volgende keer bespreken Lars en Kees uitgebreid hoe de rol van muziek als politiek middel is veranderd en de jeugd er eigenlijk niet meer zo’n zin in lijkt te hebben…