(95-00) De Geboorte van het Internet - Deel 2

Kees op de Kunstvlaai 2010

With our newly gained knowledge of internet art it’s time to put our money where our mouth is. After Exploding Digita the exhibiting of internet art quickly gained a substantial follow-up. So substantial that it required a national collaboration of artists. On this yearly event the avant-garde of Dutch art presented a holistic program of media-art, music, performance art you name it. On the dystopic industrial terrains of Amsterdam, silos were decorated with endless rows of screens and cars were destroyed by scary figures wearing balaclavas. No wonder the KunstRAI felt nothing for it when in 1997 the Sandberg Institute asked to bring an alternative arts program to their conference… To protest against this obvious form of gatekeeping the Sandberg Institute took matters into their own hands with an event that would eventually be called De Kunstvlaai (after the original name ‘Niet de Kunstvlaai’ was forbidden from use).

Kees: from the period of 95 onward, PLANETART and I had achieved a great visibility within the Dutch art scene. We were very active in Amsterdam and Enschede, and structurally within the whole Twente area. I would give guest lectures at the Rietveld Academy and join in many of the art projects organized in the squatted buildings of Amsterdam. It was the same in Twente, where Exploding Digita was only one of the many dozen events that we hosted in the Bathhouse of Hengelo or at other locations. Due to this all of this activity, PLANETART quickly appeared on the radar of Jos Houweling, the CEO of the Sandberg Institute. It was him who, starting in 1997, organized De Kunstvlaai in the Westergas Factory in Amsterdam. This was an amazing initiative to gather attention for art collectives that were not able to enter the prestigious and exclusive art institutions of the Netherlands. These included De Appel, Stichting Zet, and De Nieuwe Vide. Once every year in May, Kunstvlaai dedicated a whole week to them at the Westergas Factory, to show what they were made of. It was an absolutely essential impulse for the Dutch art avant-garde.

‘’Dit gebouw van de Westergasfabriek werd een doolhof van de verschillende duizelingwekkende kunstwerken die zo karakteristiek waren voor PLANETART en partners. Echter deze keer op extremere wijze, want de invloed van het internet kon hier duidelijk gevoeld worden.’’

From the first time that we joined with PLANETART, Houweling put a lot of trust in us by giving us exclusive command over one the largest industry buildings on the terrain. Here, we would work together with artists like Arno Coenen, one of the first VJs, and Gallery Mama from Rotterdam, which was then a leading institute when it came to media art. Supported by the art collectives of the Twente region we would drive westwards in a huge column of trucks and trailers filled to the brim with artworks. Considering our media-driven practice we came with a clear approach in mind that set the tone for the spaces that we curated. It was focused on immersing and overwhelming the viewer, especially because we were on the forefront of veejaying and internet arts – two forms that focused chiefly on these forms of experience.

Poster voor Kunstvlaai 2008

Het primaire doel dus was de bezoeker zo goed mogelijk onze kunstwereld in trekken, waarbij zelfs de grenzen tussen de individuele kunstwerken zouden vervagen. We verduisterden de grote ruimtes die wij tot onze beschikking kregen en regen daar zoveel mogelijk beamers aan elkaar, waar we de vele gemaakte installaties organisch tussen plaatsten. Dit gebouw van de Westergasfabriek werd een doolhof van de verschillende duizelingwekkende kunstwerken die zo karakteristiek waren voor PLANETART en partners. Echter deze keer op extremere wijze, want de invloed van het internet kon hier duidelijk gevoeld worden. Ik denk dat wij daar het internettijdperk zeer passend hebben ingeluid door een ruimte te scheppen waarbij betekenis, voor en achter, vroeger en nu geen waarde meer hadden en overspoeld werden door een wirwar aan trash, tech en noise.

‘’Hij kreeg een grote glimlach op zijn gezicht en zei, ‘’I like techno too’’ en zo geschiedde. We zijn diezelfde dag nog door hem uitgenodigd om het hele circus naar zijn gigantische museum in de havenstad Busan te verplaatsen.’’

Verwarring scheppen deden we zelfs als we geen digitale middelen inzetten en ook onze sterke antikapitalistische en anti-rechtse houding kwam hier weer naar voren. Want voor mij – en volgens mij ook voor de meesten met wie ik samenwerkte – ging onze kunst altijd hand in hand met een kritische blik op de huidige stand van zaken. Ik weet bijvoorbeeld nog dat Jonas Staal tijdens de Kunstvlaai van 2008 een performance deed waarbij een groep mensen met bivakmutsen en honkbalknuppels tussen geparkeerde auto’s losgingen op een auto. Nietsvermoedende bezoekers dachten dat er iets verschrikkelijks aan de hand was, maar dat was een performance om immigratieproblematiek aan de kaak te stellen.

Tijdens onze deelname aan de Kunstvlaai in het jaar 2000, bracht de curator van de Busan biënnale in Zuid-Korea ons een bezoek. Hij was op reis geweest in Europa, kwam toen net uit de ¬white gallery sferen van Venetië en werd vervolgens geconfronteerd met onze chaos van beukende techno-beats en psychotische projecties. Hij kreeg een grote glimlach op zijn gezicht en zei, ‘’I like techno too’’ en zo geschiedde. We zijn diezelfde dag nog door hem uitgenodigd om het hele circus naar zijn gigantische museum in de havenstad Busan te verplaatsen.

''Mechanical Dog' van Freerk Wieringa op de Kunstvlaai van 2008

In november van datzelfde jaar dus gingen wij– dat waren Arno Coenen, Julian van Aalderen, Sjors Trimbarg, Peter Luining, Max van Aalburg, Wilja Jurg en anderen - naar Zuid-Korea om het nog eens over te doen. We brachten een combinatie van computerkunst, internetkunst, performance en installaties. Maar ook graffitikunst, streetart en Neopop Dada (de kunst van ViaOral), want onze drie jaar deelname aan de Kunstvlaai is niet gegaan zonder de nodige ontwikkelingen. De kans die zich hier voordeed was met name bijzonder omdat we onze ongelikte DIY-cultuur mochten opdringen aan het hooghartige museumwereldje. Natuurlijk was het niet de eerste keer dat wij ons als relschoppers opeens midden in de gevestigde orde bevonden, maar het was een geheel nieuwe ervaring om in een dergelijk prestigieus, vlekkeloos museum tekeer te gaan met spuitbussen; en dus een week later waren de witte ruimtes van het Museum of Contemporary Art in Busan getransformeerd tot een rauwe PLANETART-tentoonstelling die de wereld van bezoekers op zijn kop zette.

Performance van de Neverporn Community op de Kunstvlaai van 2010

After Busan, PLANETART remained a loyal participant of the Kunstvlaai for many years. It was a yearly event until 2012, and then continued as a biennale. When the rent of the Westergas Factory became too expensive the organization was forced to move into other locations, but I have always been proud of it being an alternative event in the middle of Amsterdam. Different industrial locations were tried. Because of this PLANETART was even given a gigantic gasholder in 2010 that hosted dozens of new artists. That was also the year that the Neverporn Community set up a huge performance on our location and we won the Kunstvlaai Award of 2010.

In ons volgende artikel begint een nieuw hoofdstuk voor PLANETART en stiekem ook voor geheel Enschede. Ondanks het inzetten van het digitale tijdperk pakt PLANETART nog steeds in de fysieke ruimte uit. Daar dienen zich in combinatie met de internetontwikkelingen nieuwe mogelijkheden aan. Er wordt geëxperimenteerd met 3D-effecten en nieuwe vormen van kunst tentoonstellen. Dan gebeurt er iets belangrijks: in 2002 vraagt Kees de gemeente om de sleutel van een leegstaand gebouw in Enschede en… krijgt ‘m. Dit is de eerste stap naar het jaarlijkse, toonaangevende GOGBOT Festival.